Poestapaarden
Gisteren was het alweer zaterdag, oftewel excursiedag. Daar waar ik de vorige keren intens genoten heb van het bezoek aan de dorpen en het kuurbad, trok de laatste optie mij minder. We zouden dan met de bus het parlement in Budapest bezoeken, gecombineerd met het kasteel van Sissi in Gödöllö. Oké, ik moet toegeven dat het parlement van Budapest één van de weinige gebouwen is die ik nog niet heb bezocht in deze prachtige stad. En ook het zomerpaleis van Sissi zou ik dolgraag nog eens willen zien. Desondanks, als ik jullie de planning van de dag doorgeef, zouden jullie je zeker kunnen vinden in mijn beslissing om niet mee te gaan (denk ik). Om 7.30 uur zou er worden vertrokken, om vervolgens ruim 3 uur in de bus te zitten. Dan bezoek je voor nog niet eens één uur het parlement en wordt je weer in de bus geladen om naar Gödöllö te gaan. Ergens tussendoor nog een snelle lunch en dan wederom één uurtje RONDOM het paleis. Na Gödöllö weer ruim 3 uur terug reizen naar Debrecen; al die uren in de bus voor slechts een glimp vind ik onzin. Dan kan ik die excursie nog beter zelf vanuit Nederland doen. De reistijden zijn dan ongeveer gelijk,...
Kortom, geen Budapest voor de Ingie. Aangezien ik me hier op de rand van de Hongaarse Puszta (bij jullie beter bekend als Poesta) bevind, wilde ik een droom van mij uit laten komen door de Hongaarse Puszta Paarden (ook bekend als Nonius) te gaan bekijken. Oftewel: dagen van tevoren routekaarten bij de lokale VVV halen en de treintijden checken aangezien het treintje maar eens in de twee uur rijdt ;). Het zou toch jammer zijn wanneer die net voor je voeten weg rijdt!
En toen was het eindelijk zo ver: zaterdagochtend. Vroeg opstaan, nog even ontbijten in de mensa en dan op naar het station. Ik ben inmiddels al in staat om in het Hongaars een kaartje te bestellen, te vragen waar en wanneer de trein vertrekt én het hoeveelste station ik er dan uit moet. Het mooiste van alles is dat ik de antwoorden nog begrijp ook... Kortom, Ingie op tijd in de juiste trein op weg naar niemandsland (al wist ik dat toen nog niet). De trein was een diesellokje die volgens mij niet harder dan 40km/h reed. De conductrice was een kort, gedrongen Hongaars manwijf die zo als weeshuishoofd uit de film 'Annie' gesprongen zou kunnen zijn. Een glimlach kon er absoluut niet vanaf, maar gelukkig keurde zij mijn kaartje goed. Dat was niet het geval bij een aantal zigeuners (althans, ik denk dat ze dat waren). Midden tussen de zonnebloemen, met nergens ook maar een hutje te bekennen, werd de trein stilgezet en werd dit gezin gedwongen een wandeling door dit mooie natuurschoon te maken. Zonder ook maar enige moeite werden ze de trein uitgezet, waarna de trein weer haar route vervolgde.
Eenmaal aangekomen in Hortobagy (Ez már Hortobagy?) stond ik op een verlaten perronnetje. Nergens was iets aan informatie te vinden over waar ik heen moest, niet eens in het Hongaars. En dat terwijl Hortobagy het toeristenmiddelpunt van deze streek is. Iedere toerist in deze buurt moet hier geweest zijn. Zie het ongeveer als het Volendam van Hongarije. Maar goed, met slechts één weggetje kon er mijns inziens slechts één route de juiste zijn, dus op naar het centrum. Daar eenmaal aangekomen (onderweg nog even gevraagd of ik écht wel op de juiste weg was) ben ik rechtstreeks naar de lokale VVV gelopen met twee dringende vragen: ‘Waar is het damestoilet?' (Hol van a noï WC?) en ‘Hoe kom ik bij de stoeterij?' (Hol van a matá?). Op beiden kreeg ik gelukkig een duidelijk antwoord en na mijn toiletbezoek ging ik op weg naar de stoeterij. Het zou wel een flink stuk lopen zijn, want de stoeterij lag goed vijf kilometer van de plek waar ik me bevond. En stadsbussen? Of desnoods taxi's? Nee, die kennen ze niet in Hortobagy. Kortom, lopen dan maar. Volgens de beschrijving die mij gegeven was moest ik de brug over, naar rechts en alsmaar de weg volgen. Prima! Dat kan ik wel... Ware het niet dat voetpaden zeldzaam zijn in Hongarije en de brug net breed genoeg is om twee auto's langzaam te laten passeren. Daar liep ik dus, met gevaar voor eigen leven. Maar het was echt de enige manier om aan de overkant te geraken. Ik heb binnensmonds flink wat scheldwoorden de revue laten passeren op, wat later bleek, de negengatenbrug van Hortobagy. De negengatenbrug is een beroemde brug waar toeristen speciaal op afkomen. Hij staat, met foto en al, in ieder toeristenboekje vermeld, maar waarom dat is mij nog steeds een raadsel. Zo bijzonder is hij nou ook weer niet... Het is een B-r-u-g! Voor mij staat hij gelijk aan een guillotine: Je hebt in eerste instantie niet door wat het is, redelijk mooi om te zien van buitenaf, maar zodra je er gebruik van moet maken zul je het met je leven moeten bekopen. Bij deze dus even een tip aan de Hongaarse overheid: zorg voor een losse loopbrug op enkele meters afstand. Dan kunnen voetgangers en fietsers veilig over en is de beroemde brug eindelijk goed te bewonderen.
Maar goed, brug overleefd, afgeslagen naar rechts, en daar stopt opeens het voetpad (dat vanaf de voet van de brug weer was aangelegd). Ik denk dat het de bedoeling was dat je door het gras verder zou lopen, maar met mijn open schoentjes en alle modder door de regenval leek me dat niet zo'n goed idee. Even slootje springen dus, en mijn pad via de weg vervolgen. Als ik de brug overleef, moet ik een bredere straat waar ik ook nog eens de berm in kan springen toch zeker overleven?
Op ongeveer de helft van de tocht begon ik problemen met medereizigers te krijgen. Nee, niet de menselijke types, maar dierlijke met zes poten. Vanwege de enorme regenval is de Puszta (een hele grote open grasvlakte) grotendeels in een compleet moeras veranderd. Nu een raadsel voor jullie: welke dieren zijn er gek op vocht, warmte en... mij? Juist... Muggen. Anti-insectenspray mocht helaas niet baten, maar het infoboekje over Hortobagy bleek een redelijk goed afweermiddel. Eenmaal aangekomen op de stoeterij prefereerden mijn ongenode gasten toch de paarden boven mij, en was ik (gelukkig) weer alleen.
Meteen naar de kaartverkoop: helaas konden de rij-ritten over de Puszta niet doorgaan vanwege de regenval, maar de koetsentocht was nog wel beschikbaar. Hoera! Toch nog iets. Om de tijd te doden tot de rit zou beginnen, ben ik de stallen gaan bekijken. Wat een prachtige paarden zijn die noniussen toch! Terwijl ik stond te kwijlen bij één van de merries met veulen, trok ik blijkbaar de aandacht van de eigenaar van dat stel. Hij zou later ook één van de koetsiers zijn, dus ben ik wat met hem opgetrokken. Ik in mijn beste Hongaars (het zinnetje ‘Bocsánat, nem értem', ‘sorry, ik begrijp het niet', werd erg veel gebruikt) en hij in zijn plat Hongaars (ik spreek de taal dan nog wel niet, maar ik kon wel horen dat zijn Hongaars geen keurig ABH (algemeen beschaafd Hongaars) was. Ik heb er minuten over gedaan om erachter te komen dat hij István heette...! Gelukkig hadden we allebei doorzettingsvermogen en werd het dus wel gezellig J.
De rit over de Puszta voerde langs wat boerderijen, twee Nád's (winterstallen) (herinner je je nog mijn excursie naar het plaatsje NÁDudvar? ;)) en natuurlijk de Puszta zelf. De Puszta is één groot graslandschap. Hoe ver je ook kijkt, meer dan wat dieren en af en toe een boom zie je niet. Absoluut niets... Nincs... Ik weet dat het taaltechnisch onmogelijk is, maar op die plaats voelde ik echt een ‘oorverdovende stilte'. Zo mooi...
Op de Puszta zelf werden we ook nog verrast (nou ja,... zat bij de tocht inbegrepen) met een show. Er werd een ossenwagen, een muilezel met kar en natuurlijk de Hongaarse cowboys op hun paarden gedemonstreerd. Ook het beroemde 'klavertje-vijf', waarbij er drie paarden voor en twee paarden achter samengespannen zijn en waar de cowboy zelf bovenop staat, ontbrak niet. In een vliegende galop kwamen ze voorbij zetten. Ge-wel-dig!!! (zie filmpjes!!!).
Na de koetsentocht was het tijd om weer verder te gaan, althans, dat dacht ik. Tot István me aanbood om te gaan paardrijden. Verstond ik dat echt goed? Na een aantal handgebaren en herhaaldelijk het woord ‘lovagolni' (paardrijden) bleek het toch echt waar. Er werd een nonius voor me uitgezocht, gezadeld (dat wil zeggen: halster met bit en teugels, en een lapje leer ZONDER singel, dat door moet gaan voor een zadel) en daar zat ik dan. In Hongarije, op de Puszta, op een nonius! Ultiem geluk noemen ze dat, geloof ik. Wat ben ik toch een bofkont!
Na een tijdje gereden te hebben moest István weer aan de slag: de volgende koetsrit stond op het programma. Of ik nog even mee reed? Natuurlijk! Samen op de bok, alle toeristen uitlachen (hm... ik was er zelf ook één....). Kortom, weer de Puszta op, weer de show gezien en weer genoten.
Toen werd het echter wel tijd om afscheid te nemen van deze mooie plaats. Mij stond weer een lange wandeling voor de boeg, want het hele stuk dat ik heen was gelopen, moest ik ook weer terug. Of eigenlijk, nog verder, want ik wilde ook heel graag naar de Állatkert (dierentuin). In Hortobagy vind je daarin geen giraffes of olifanten, wél wolvarkens in drie verschillende kleurstellingen (mangálica dizsnók), ezels (szamárak), runderen (marhák), paarden (lóvak), geiten (keckek) en allerlei pluimage waaronder kippen (csirkek)en eenden (kacsák). Ook was er een uitkijktoren waarvandaan je de een heel groot deel van de Puszta kon overzien (filmpje!). De wandeling was vermoeiend, maar was het ook absoluut waard!
Toen weer terug naar de brug (en toen kwam ik er dus pas achter dat het om de negenbogenbrug ging) en op naar het stationnetje. Onderweg ben ik natuurlijk nog even gestopt om een lángos te eten.
Het was een lange en vermoeiende dag, maar alle moeite meer dan waard! Het land is prachtig, de mensen gastvrij, maar de taal onverstaanbaar. En toch wordt er desondanks moeite gedaan om het je naar de zin te maken. Ik hou van de Puszta. Ik hou van Hongarije!
Reacties
Reacties
Hey Ingrid!
Weer zo'n ontzettend leuk geschreven verhaaltje! Ik kan me helemaal vinden in iemand die je vol enthousiast van alles verteld, en waarbij je inderdaad vooral heel veel "ik begrijp je niet, sorry" terug moet zeggen.... zo ging het bij mij in Italie ook, haha.
Nog heel veel plezier gewenst, volgens mij loopt het bijna op 't eind, niet?
Liefs Nathalie
Ing die loopbrug is/was er wel onder de "gewone brug".
Als ik dit weer lees moet je echt de film ich denke oft an Piroschka zien of het boek lezen!!!!! Maar het blijft wel duits he haha.
xx maris
oja ben je nog niet klaar met die lángos?????/
en dat van die brug vertellen ze nu.... handig ;)
enne, lángos kun je nooit genoeg hebben!
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}