Ingrid in Debrecen

Hoe werkt mijn reisblog

Lieve lezers van mijn reisblog.

De nieuwste artikelen staan bovenaan. Dat betekend dat, wanneer je met mijn eerste beschrijving wilt beginnen te lezen, je hier helemaal naar beneden moet scrollen en op 'volgende pagina' moet klikken. Daar begin je vervolgens met lezen, onderaan de pagina.

Sorry voor deze lastigevolgorde, maar op deze website kan ik de volgorde van mijn artikelen niet aanpassen....

Veel plezier met lezen! En laat gerust een reactie achter!

Had ik al gezegd dat ik goed ben?

*Ik heb deze blog grotendeels geschreven terwijl ik op het vliegveld op mijn vliegtuig zat te wachten.*

Zaterdag 14 augustus 2010: Het is zover. Aan iedere mooie droom komt helaas een eind, en ik ben al langzaam aan het ontwaken. Mijn reis naar het vliegveld is zeer voorspoedig verlopen, en ook het inchecken was geen enkel probleem. Mijn koffer was 1 kg te zwaar (en gelukkig hebben ze mijn handbagage niet gewogen...) maar de Mazsola knuffel (Hongaars varkentje) won sympathie. Of ik de volgende keer toch alsjeblieft onder de 23 kg wilde blijven? Maar natuurlijk! 'Het komt door de studieboeken mevrouw. Ik ben hier vier weken geweest om Hongaars te leren en kwam zonder boeken en vertrek nu met!' Wat zij alleen niet wist is dat al die boeken al in mijn handbagage zaten... oops... leugentje om bestwil?

Maar goed. Ik was hier met een reden. Ik zou Hongaars gaan leren. En min of meer is me dat nog gelukt ook. Zoals ik eerder al schreef heb ik donderdag de test gehad en inmiddels is het resultaat ook bekend: 'Excellent'. Oftewel, ik heb minstens 90 van de 100 punten gescoord! Heb nu dus een mooi certificaat met daarop 'with high honour', oftewel cum laude! Ik heb examen gedaan op beginners 2 level, dus blijkbaar ben ik de beginners 1 al gepasseerd! Ik ben echt ontzettend trots op mijn prestatie.

Desondanks heb ik nu last van een psychische wetenschap: hoe meer je leert, hoe meer je beseft dat je eigenlijk niets weet. De eerste week van de studie was ik trots op ieder nieuw woordje dat ik leerde en ik had het gevoel dat ik de hele wereld (lees Hongarije) aan kon. Nu, na vier weken, is mijn kennis alleen maar gegroeid, maar heb ik het gevoel dat ik nog steeds niets kan zeggen of kan vragen. Het Hongaars is zo'n complexe taal dat we naar vier weken nog niet eens aan de ‘verleden tijd' toegekomen zijn. Kortom: als iemand mij straks vraagt hoe ik het in Hongarije heb gehad, kan ik niet eens antwoorden! Tenzij ik alles in tegenwoordige tijd vertel natuurlijk: 'Het is erg leuk, de leraren zijn erg aardig, het weer is mooi, etc'.

Ik ben er inmiddels ook al achter waarom het Hongaars toch zo moeilijk is. Dat heb je de eerste twee weken nog niet door, want dan ben je voornamelijk bezig met de basiswoordenschat en de vervoegingen van de werkwoorden ‘zijn', ‘komen' en ‘gaan'. Oftewel niet anders dan welke andere taal die je erbij leert. Hoewel, de oplettenden onder jullie die al eens een taal geleerdOnHongaars is hebben, valt het misschien op dat het werkwoord ‘hebben' er niet bij staat. En dat is dus de eerste stap naar het onbegrijpelijke Hongaars. Hongaren kennen geen werkwoord ‘hebben'. Hongaren kennen heel veel woorden niet. Hongaren kunnen geen zinnen maken, en Hongaren... oké zo is het wel weer genoeg. Wat ik probeer te zeggen: daar waar wij woorden gebruiken om aan te geven wat iets is, waar het is, van wie het is, enzovoort, gebruiken de Hongaren achter- en voorvoegsels. En dat doen ze bij ieder woord. Ongeacht of het nou een werkwoord of zelfstandig naamwoord is. Oké, ik hoor jullie al denken: 'wat maakt het nou uit of je een woordje of een achtervoegsel moet leren?'. Het antwoord: theoretisch niets. Máár... Het zijn natuurlijk wel Hongaren. Dus in plaats van één woordje (bijvoorbeeld ‘in'), verzinnen de Hongaren weer verschillende achtervoegsels, al naar gelang de klinkerharmonie. Zo heb je -ban en -ben. Oftewel Hollandban = in Nederland en Görögben = in Griekenland. Tot nu toe nog niets aan de hand. Maar zoals ik al zei: het zijn wel Hongaren. Dus wanneer je het over een plaats in Hongarije hebt gebruik je niet de -ban/-ben uitgang maar de ‘-n,-on,-en, ön'achtervoegsels. Dus Budapesten = in Budapest en Hajduszoboszlón = in Hajduszoboszló. Oke...dit kunnen we ook nog wel leren. Ware het niet dat er ook weer uitzonderingen op die regels zijn. Grof gezegd: alle plaatsen waar wijn gemaakt wordt in Hongarije, krijgen wél de -ban/-ben uitgang. Dus Egerben en Tokajban... Worden jullie al gek? En natuurlijk is het niet spannend genoeg wanneer je slechts één achtervoegsel gebuikt. Dus waarom niet twee? Kutya = Hond, kutyám = mijn hond en kutyámt = mijn hond (als leidend voorwerp). Pfff. Nou ik zal jullie niet langer lastig vallen met deze taalles, maar hopelijk heb ik jullie nu een klein inzicht kunnen geven in de moeilijkheden van deze taal. En ik vrees dat dit pas het begin is...

Inmiddels ben ik alweer een paar dagen in Nederland en werkt het weer niet al te hard mee. Ik loop hier in een trui en winterjas zodra ik één stap buiten de deur zet. Vier weken in 33 graden C vond ik toch aangenamer! Ik ben erg blij dat ik weer bij Bruno, Skippy en Santa ben, maar ik mis Hongarije. Ik mis de cultuur, de mensen, het weer, het landschap en ja, zelfs de taal... Ik heb een prachtige en leerzame tijd achter de rug welke mij herinneringen voor de rest van mijn leven heeft geschonken! Hongarije, I'll be back!

Ik ben goed! (hihi)

Tongue out

Het zit er bijna op. 'De laatste loodjes wegen het zwaarst' zeggen ze wel eens.

Voor nu geldt dat wel even. Morgen is de test en ik moet toegeven dat ik daar niet al te hard gestudeerd heb. Desondanks kan ik nu al trots zijn op mezelf.

Ook deze laatste week zat nog volgepropt met allerlei evenementen, waaronder de kookwedstrijd van gisteren. De opdracht was om in een echte bogrács (kookpot, hangend aan een driepoot, boven open vuur) paprikáskrumpli (aardappelen met paprikapoeder) te maken. En laat dat nou net één van mijn specialiteiten zijn, lol. Natuurlijk nog even het thuisfront gecontact over de geheime ingrediënten en een team samengesteld. Het was een geweldige samenwerking binnen het team en we hadden enorm veel lol. Het hele team vertrouwde op mijn voorkennis en hielp driftig met het vuur, snijden, roeren, schoonmaken en uiteraard proeven... Ik moet zeggen: het resultaat mocht er zijn (zie foto's). Helaas dacht de jury daar anders over en hebben we niet gewonnen. Desondanks was mijn hele team het er over eens dat wij het lekkerste eten hadden, en met ons vele andere teams! Onze bogrács was het eerste leeg en werd zelfs nog door velen met brood uitgelikt. We kunnen trots zijn!

Vandaag was het voor mij het uur van de waarheid. Want oké, morgen is de test, maar die is slechts geschreven. En wat heb je aan taalkennis als niemand je verstaat?! Vandaag was de 'szépkiejtési és népdaléneklési verseny' (oftewel: mooie uitspraak- en volksliedjeswedstrijd). Aan beiden heb ik meegedaan en het resultaat mocht er zijn: tweede prijs bij de uitspraak wedstrijd (niet slecht voor een beginner ;)), eerste bij de volksliedjeszangwedstrijd en daarbij ook nog eens tweede met mijn klasje! Kortom, ik zal Malév weer eens lief aan moeten kijken in verband met al de vergaarde prijzen, hihi. Ik heb boeken, wijn en chocolade bij elkaar weten te sprokkelen met mijn kunsten en uiteraard komen de filmpjes van mijn kunsten op deze website!

De uitspraakwedstrijd bestond uit twee onderdelen: een verplicht stuk voor iedereen (Twee gedichten van Weörös Sándor) en een vrije keuze. Ik heb daarbij gekozen voor een stukje uit Mazsóla. Mazsóla is een schattig klein groen biggetje en een symbool in de Hongaarse kinderliteratuur (even intypen in youtube!). Het is gewoon té schattig, en ja... stemmetjes... dat kan de Ingie wel, haha. Kortom: een mooie tweede prijs om trots op te zijn.

Bij de volksliedjeswedstrijd waren de regels iets veranderd ten opzichte van de vorige keer: behalve het verplichte Hongaarse liedje (in dit geval ‘Erdö erdö erdö') en een facultatief Hongaars liedje moest je ook een liedje in de moedertaal zingen. Dat werd bij mij ‘De herder' (op de grote groene heide...), het blijft tenslotte een volksliedjes wedstrijd! Als facultatief liedje heb ik speciaal voor Bruno ‘Esti dal' van Zoltán Kódaly gezongen. Eigenlijk is het een koorstuk, maar voor deze ene keer denk ik dat Zoltán het niet erg vond dat ik het alleen zong. Ten slotte heb ik GEWONNEN!!!!!! Ben zo enorm trots!

De tweede prijs heb ik ook nog eens gewonnen omdat we wederom met ons klasje meededen. Uiteraard zongen we ook daarmee 'Erdö erdö erdö'. Als facultatief Hongaars nummer zongen we 'Az a szép' (hét Hongaarse zigeunerliedje) en als moedertaal hebben we voor Nederlands gekozen. Men vond het namelijk wel fijn als ik ze het liedje aan zou leren. Ik heb daarbij gekozen voor 'De uil zat in de olmen'. Goed fout he! Maar ik ben zo trots op mijn klasje! Een stel Fransen, Italianen, een Amerikaan en een Roemeen bij elkaar die keurig ‘Uil' en ‘achter gindse' zeggen. En het is ons zelfs nog gelukt om er een canon van te maken! Yahoo. Een welverdiende tweede plaats, al zeg ik het zelf ;).

Kortom: als HIO (Hongaar in opleiding) doe ik het lang niet slecht!

Poestapaarden

Gisteren was het alweer zaterdag, oftewel excursiedag. Daar waar ik de vorige keren intens genoten heb van het bezoek aan de dorpen en het kuurbad, trok de laatste optie mij minder. We zouden dan met de bus het parlement in Budapest bezoeken, gecombineerd met het kasteel van Sissi in Gödöllö. Oké, ik moet toegeven dat het parlement van Budapest één van de weinige gebouwen is die ik nog niet heb bezocht in deze prachtige stad. En ook het zomerpaleis van Sissi zou ik dolgraag nog eens willen zien. Desondanks, als ik jullie de planning van de dag doorgeef, zouden jullie je zeker kunnen vinden in mijn beslissing om niet mee te gaan (denk ik). Om 7.30 uur zou er worden vertrokken, om vervolgens ruim 3 uur in de bus te zitten. Dan bezoek je voor nog niet eens één uur het parlement en wordt je weer in de bus geladen om naar Gödöllö te gaan. Ergens tussendoor nog een snelle lunch en dan wederom één uurtje RONDOM het paleis. Na Gödöllö weer ruim 3 uur terug reizen naar Debrecen; al die uren in de bus voor slechts een glimp vind ik onzin. Dan kan ik die excursie nog beter zelf vanuit Nederland doen. De reistijden zijn dan ongeveer gelijk,...

Kortom, geen Budapest voor de Ingie. Aangezien ik me hier op de rand van de Hongaarse Puszta (bij jullie beter bekend als Poesta) bevind, wilde ik een droom van mij uit laten komen door de Hongaarse Puszta Paarden (ook bekend als Nonius) te gaan bekijken. Oftewel: dagen van tevoren routekaarten bij de lokale VVV halen en de treintijden checken aangezien het treintje maar eens in de twee uur rijdt ;). Het zou toch jammer zijn wanneer die net voor je voeten weg rijdt!

En toen was het eindelijk zo ver: zaterdagochtend. Vroeg opstaan, nog even ontbijten in de mensa en dan op naar het station. Ik ben inmiddels al in staat om in het Hongaars een kaartje te bestellen, te vragen waar en wanneer de trein vertrekt én het hoeveelste station ik er dan uit moet. Het mooiste van alles is dat ik de antwoorden nog begrijp ook... Kortom, Ingie op tijd in de juiste trein op weg naar niemandsland (al wist ik dat toen nog niet). De trein was een diesellokje die volgens mij niet harder dan 40km/h reed. De conductrice was een kort, gedrongen Hongaars manwijf die zo als weeshuishoofd uit de film 'Annie' gesprongen zou kunnen zijn. Een glimlach kon er absoluut niet vanaf, maar gelukkig keurde zij mijn kaartje goed. Dat was niet het geval bij een aantal zigeuners (althans, ik denk dat ze dat waren). Midden tussen de zonnebloemen, met nergens ook maar een hutje te bekennen, werd de trein stilgezet en werd dit gezin gedwongen een wandeling door dit mooie natuurschoon te maken. Zonder ook maar enige moeite werden ze de trein uitgezet, waarna de trein weer haar route vervolgde.

Eenmaal aangekomen in Hortobagy (Ez már Hortobagy?) stond ik op een verlaten perronnetje. Nergens was iets aan informatie te vinden over waar ik heen moest, niet eens in het Hongaars. En dat terwijl Hortobagy het toeristenmiddelpunt van deze streek is. Iedere toerist in deze buurt moet hier geweest zijn. Zie het ongeveer als het Volendam van Hongarije. Maar goed, met slechts één weggetje kon er mijns inziens slechts één route de juiste zijn, dus op naar het centrum. Daar eenmaal aangekomen (onderweg nog even gevraagd of ik écht wel op de juiste weg was) ben ik rechtstreeks naar de lokale VVV gelopen met twee dringende vragen: ‘Waar is het damestoilet?' (Hol van a noï WC?) en ‘Hoe kom ik bij de stoeterij?' (Hol van a matá?). Op beiden kreeg ik gelukkig een duidelijk antwoord en na mijn toiletbezoek ging ik op weg naar de stoeterij. Het zou wel een flink stuk lopen zijn, want de stoeterij lag goed vijf kilometer van de plek waar ik me bevond. En stadsbussen? Of desnoods taxi's? Nee, die kennen ze niet in Hortobagy. Kortom, lopen dan maar. Volgens de beschrijving die mij gegeven was moest ik de brug over, naar rechts en alsmaar de weg volgen. Prima! Dat kan ik wel... Ware het niet dat voetpaden zeldzaam zijn in Hongarije en de brug net breed genoeg is om twee auto's langzaam te laten passeren. Daar liep ik dus, met gevaar voor eigen leven. Maar het was echt de enige manier om aan de overkant te geraken. Ik heb binnensmonds flink wat scheldwoorden de revue laten passeren op, wat later bleek, de negengatenbrug van Hortobagy. De negengatenbrug is een beroemde brug waar toeristen speciaal op afkomen. Hij staat, met foto en al, in ieder toeristenboekje vermeld, maar waarom dat is mij nog steeds een raadsel. Zo bijzonder is hij nou ook weer niet... Het is een B-r-u-g! Voor mij staat hij gelijk aan een guillotine: Je hebt in eerste instantie niet door wat het is, redelijk mooi om te zien van buitenaf, maar zodra je er gebruik van moet maken zul je het met je leven moeten bekopen. Bij deze dus even een tip aan de Hongaarse overheid: zorg voor een losse loopbrug op enkele meters afstand. Dan kunnen voetgangers en fietsers veilig over en is de beroemde brug eindelijk goed te bewonderen.

Maar goed, brug overleefd, afgeslagen naar rechts, en daar stopt opeens het voetpad (dat vanaf de voet van de brug weer was aangelegd). Ik denk dat het de bedoeling was dat je door het gras verder zou lopen, maar met mijn open schoentjes en alle modder door de regenval leek me dat niet zo'n goed idee. Even slootje springen dus, en mijn pad via de weg vervolgen. Als ik de brug overleef, moet ik een bredere straat waar ik ook nog eens de berm in kan springen toch zeker overleven?

Op ongeveer de helft van de tocht begon ik problemen met medereizigers te krijgen. Nee, niet de menselijke types, maar dierlijke met zes poten. Vanwege de enorme regenval is de Puszta (een hele grote open grasvlakte) grotendeels in een compleet moeras veranderd. Nu een raadsel voor jullie: welke dieren zijn er gek op vocht, warmte en... mij? Juist... Muggen. Anti-insectenspray mocht helaas niet baten, maar het infoboekje over Hortobagy bleek een redelijk goed afweermiddel. Eenmaal aangekomen op de stoeterij prefereerden mijn ongenode gasten toch de paarden boven mij, en was ik (gelukkig) weer alleen.

Meteen naar de kaartverkoop: helaas konden de rij-ritten over de Puszta niet doorgaan vanwege de regenval, maar de koetsentocht was nog wel beschikbaar. Hoera! Toch nog iets. Om de tijd te doden tot de rit zou beginnen, ben ik de stallen gaan bekijken. Wat een prachtige paarden zijn die noniussen toch! Terwijl ik stond te kwijlen bij één van de merries met veulen, trok ik blijkbaar de aandacht van de eigenaar van dat stel. Hij zou later ook één van de koetsiers zijn, dus ben ik wat met hem opgetrokken. Ik in mijn beste Hongaars (het zinnetje ‘Bocsánat, nem értem', ‘sorry, ik begrijp het niet', werd erg veel gebruikt) en hij in zijn plat Hongaars (ik spreek de taal dan nog wel niet, maar ik kon wel horen dat zijn Hongaars geen keurig ABH (algemeen beschaafd Hongaars) was. Ik heb er minuten over gedaan om erachter te komen dat hij István heette...! Gelukkig hadden we allebei doorzettingsvermogen en werd het dus wel gezellig J.

De rit over de Puszta voerde langs wat boerderijen, twee Nád's (winterstallen) (herinner je je nog mijn excursie naar het plaatsje NÁDudvar? ;)) en natuurlijk de Puszta zelf. De Puszta is één groot graslandschap. Hoe ver je ook kijkt, meer dan wat dieren en af en toe een boom zie je niet. Absoluut niets... Nincs... Ik weet dat het taaltechnisch onmogelijk is, maar op die plaats voelde ik echt een ‘oorverdovende stilte'. Zo mooi...

Op de Puszta zelf werden we ook nog verrast (nou ja,... zat bij de tocht inbegrepen) met een show. Er werd een ossenwagen, een muilezel met kar en natuurlijk de Hongaarse cowboys op hun paarden gedemonstreerd. Ook het beroemde 'klavertje-vijf', waarbij er drie paarden voor en twee paarden achter samengespannen zijn en waar de cowboy zelf bovenop staat, ontbrak niet. In een vliegende galop kwamen ze voorbij zetten. Ge-wel-dig!!! (zie filmpjes!!!).

Na de koetsentocht was het tijd om weer verder te gaan, althans, dat dacht ik. Tot István me aanbood om te gaan paardrijden. Verstond ik dat echt goed? Na een aantal handgebaren en herhaaldelijk het woord ‘lovagolni' (paardrijden) bleek het toch echt waar. Er werd een nonius voor me uitgezocht, gezadeld (dat wil zeggen: halster met bit en teugels, en een lapje leer ZONDER singel, dat door moet gaan voor een zadel) en daar zat ik dan. In Hongarije, op de Puszta, op een nonius! Ultiem geluk noemen ze dat, geloof ik. Wat ben ik toch een bofkont!

Na een tijdje gereden te hebben moest István weer aan de slag: de volgende koetsrit stond op het programma. Of ik nog even mee reed? Natuurlijk! Samen op de bok, alle toeristen uitlachen (hm... ik was er zelf ook één....). Kortom, weer de Puszta op, weer de show gezien en weer genoten.

Toen werd het echter wel tijd om afscheid te nemen van deze mooie plaats. Mij stond weer een lange wandeling voor de boeg, want het hele stuk dat ik heen was gelopen, moest ik ook weer terug. Of eigenlijk, nog verder, want ik wilde ook heel graag naar de Állatkert (dierentuin). In Hortobagy vind je daarin geen giraffes of olifanten, wél wolvarkens in drie verschillende kleurstellingen (mangálica dizsnók), ezels (szamárak), runderen (marhák), paarden (lóvak), geiten (keckek) en allerlei pluimage waaronder kippen (csirkek)en eenden (kacsák). Ook was er een uitkijktoren waarvandaan je de een heel groot deel van de Puszta kon overzien (filmpje!). De wandeling was vermoeiend, maar was het ook absoluut waard!

Toen weer terug naar de brug (en toen kwam ik er dus pas achter dat het om de negenbogenbrug ging) en op naar het stationnetje. Onderweg ben ik natuurlijk nog even gestopt om een lángos te eten.

Het was een lange en vermoeiende dag, maar alle moeite meer dan waard! Het land is prachtig, de mensen gastvrij, maar de taal onverstaanbaar. En toch wordt er desondanks moeite gedaan om het je naar de zin te maken. Ik hou van de Puszta. Ik hou van Hongarije!

Sehnsucht

Het mooiste woord ter wereld: Sehnsucht. Ik heb niets met Duitsland, ik heb niets met de Duitse taal. Maar dat ene woordje: ‘Sehnsucht'... De Nederlandse vertaling dekt de lading niet: ‘verlangen naar'. ‘Verlangen naar' klinkt bijna negatief naast het woord Sehnsucht. Het klinkt alsof je afgunstig bent naar iets wat je niet hebt, sehnsucht daarentegen is een verlangen naar iets écht moois. Iets waarvan je weet dat het er is, echter alleen niet op dit moment op de juiste plek. Iets wat niet in waarde of in een doosje te pakken is. Verlangen naar de lente, de liefde, het avondlicht... 'Sehnsucht nach dem Frühling', ja, zelfs Mozart wist het woord op de juiste manier te gebruiken. Hij had echter één voordeel: hij was Duitstalig. Wanneer ik het woord gebruik, kijken mensen mij vreemd aan. Desondanks wil ik het woord nu toch graag gebruiken. Stilletjes begint er een gevoel van Sehnsucht te ontstaan. Echter niet naar dat waar jullie waarschijnlijk aan denken (Thuis).

Het klinkt zo misschien een beetje raar, maar het gevoel van verlies begint me al langzaam te bekruipen. Ik heb hier nog maar één maandag, en na morgen nog maar één dinsdag... Zo hard gaat het alweer. Sommigen zouden zeggen: het aftellen kan beginnen. De maand waarin ik naar huis ga is alweer begonnen en de dagen vliegen zo ontzettend hard voorbij.

Desondanks heb ik er moeite mee. Moeite met de tijd, moeite met het afscheid. Sehnsucht nach Ungarn...

Maar genoeg over de toekomst. Op dit moment heb ik eindelijk even de tijd gevonden om mijn verhalen weer te plaatsen, want er ik heb uiteraard weer een hoop meegemaakt.

Het begint op afgelopen donderdagochtend, de ochtend na de folksongcontest. De fles wijn die we gewonnen hadden werd in tijdens de pauze tussen de lessen opgedronken. Alle drie onze juffen zijn speciaal gekomen om ons nogmaals te feliciteren en te vertellen hoe trots ze wel niet waren op onze prestatie! Na de lessen ben ik naar het zwembad gegaan. Het is me zelfs gelukt om, naast het basiskaartje (met korting;)) een massage af te spreken (uiteraard ook met korting. Wat is het toch heerlijk om student te zijn.). Een volledige massage van een half uur kost hier (omgerekend) nog geen 5 euro. Ik voelde me bijna schuldig... Na nog even lekker gegeten te hebben, ben ik geheel uitgerust naar mijn kamertje gegaan.

Op vrijdag hadden we 's avonds een grillparti (oftewel een BBQ). Daar waar het eten tijdens het ontbijt en lunch niet van al te beste kwaliteit is, weten ze dat op de feesten ruimschoots goed te maken. Ik heb inmiddels al besloten om niet meer dagelijks op de uni te ontbijten en lunchen. Die marteling wil ik mezelf niet aan doen. En aangezien het eten hier toch amper iets kost, haal ik wel iets lekkers ;).

Zaterdag was het weer tijd voor een excursie. Dit keer ben ik naar Hajdúszoboszló (hardop zeggen, in één keer ;) ) geweest. Dat is het oudste en grootste spa-resort van Europa. Kortom: zwembaden, kuurbaden, recreatiebaden, en nog meer baden. Ik heb me er heerlijk vermaakt. Puur om alles langs te lopen ben je al een uur onderweg. Dus dan kun je je wel een indruk vormen van de grootte. Omdat het weer hier inmiddels alweer helemaal opgeknapt is (Bruno is weg he?!!), is volgens mij heel Hongarije uitgelopen naar Hajdúszoboszló. Als je denkt dat Scheveningen vol is op een warme zomerdag, dan had je dit eens moeten zien. Handdoek aan handdoek, als haringen in een ton. Er stonden zelfs foto's van in de dagbladen. Desonkdanks had je er geen ‘last' van. De mentaliteit hier in Hongarije is zo anders dan die bij ons in Nederland. Mensen houden rekening met elkaar. Begrijpen dat het druk is en wachten op hun beurt. Op een veel te vol bankje in een kuurbad, wordt nog iets extra ingeschoven zodat er nóg iemand lekker bij kan komen zitten. In Nederland is een bubbelbad ‘vol' als er 1 stelletje in zit...

Eigenlijk heb ik voornamelijk in één type bad gezeten. Het was een kuurbad met colawater. Nouja, niet echt natuurlijk. Maar de kleur was die van cola, en het was peszgö (herinner je het je nog? Een vorig blog? Bubbeltjes wijn?!) water. Oftewel colakleurwater met prik en een aangename 38 graden warm. Naast het badderen heb ik me ook hier weer met een massage (dit keer een heel uur ;) ) laten verwennen. 's Avonds zijn we uit eten geweest met de hele groep en hebben we nog even van het stadje genoten. Er was op dat moment ook een dixielandfestival aan de gang, dus een hoop gezelligheid en goede muziek.

's Zondags ben ik met Mariska en haar moeder op stap geweest. Onderweg ontzettend veel ooievaars gezien (soms met wel 5 in één nest), een wilde uil en uiteraard: duizenden zonnenbloemen ;). We zijn enkele dorpen rondom Debrecen (langs de Roemeense grens) afgegaan op zoek naar ‘oude' bekenden van hen. Heerlijk om die échte Hongaarse sfeer te mogen proeven. Echte Hongaren in échte Hongaarse huizen met echte Hongaarse gewoontes en échte Hongaarse dieren. Ik heb heerlijk van de gastvrijheid mogen genieten en in ieder huis vrij rond mogen kijken. Op de tuinen was ik jaloers. Prachtige groententuinen met échte groenten (die je wél wilt eten) en natuurlijk vele dieren (die je ook wel wilt eten...).

In een van de huizen werd ook een naamdag gevierd. Even wat uitleg: In Hongarije vieren ze niet alleen de verjaardag, maar ook de naamdag. Iedere (Hongaarse) naam heeft hier dus een eigen dag. Dit feest wordt nog intenser gevierd dan de verjaardag. Kortom: veel gezelligheid, gastvrijheid én eten... Huisgemaakt, Hongaars voedsel. Er is drie dagen voor gekookt... Pörkölt uit de Bogracs (weet je nog? Kookpot boven het vuur) in de tuin. Allerlei szütemenyi (zoetigheden), heerlijke kippensoep (met ‘verse' kip ;)) en natuurlijk de basics als uborkasaláta (komkommersalade). Kortom: Ingrid's buikje zat vol... Barstens vol. Alleen al 3 borden soep... Dan nog 2 borden pörkölt met de extra's en met de zoetigheden (chocoladetaart, notencakejes, kaaskrakelingen, jamkoekjes en huisgemaakte tirámisú) werd ook niet zuinig omgesprongen.

Na nogmaals de varkens, eenden, kippen, honden, katten en andere dieren gedag te hebben gezegd (en natuurlijk de gastvrije Hongaren vele malen bedankt te hebben) werd het tijd om te gaan. We zijn via een andere route weer terug naar Debrecen gereden om mij zo weer een andere blik op het Hongaarse landschap te gunnen. Het was prachtig! (Maris en mams, bedankt!)

Vandaag was het weer een normale lesdag. Hard studeren, weinig wijzer worden (zo voelt het althans). Het enige verschil was dat we twee leden uit onze klas vaarwel hadden moeten zeggen (omdat die maar een tweeweekse studie deden) en er twee nieuwe leden voor terug hebben gekregen. We zitten dus nog steeds met acht personen. Gezellig! Na de standaard lessen ben ik nog een pronouciationclass (uitspraakklas) geweest. Daar zit je dan tot 5 uur 's middags (vergeet niet: 32 graden!) alle klinkers eindeloos op te sommen met zijn zesentwintigen... Ben ik er wijzer van geworden? Nee. Is mijn uitspraak er beter opn geowrden? Nee. Ga ik morgen weer? Nee! 'Het Spaanse graan heeft de orkaan doorstaan'. De jaren conservatorium hebben mij wel geleerd waar de ‘E'zit. Morgen lig ik weer heerlijk in het zwembad... Of niet...

Tweede!!!

Nog even een snelle blog, want ten slotte is dit al mijn tweede vandaag... Wat heb je opeens veel tijd als je vriend weer weg is (grapje!). Dus tijd genoeg om mijn blog weer up to date te maken.

In de korte tijd tussen deze blogs is er een folksong singing competition gehouden, en samen met mijn klasje ben ik tweede geworden. Dat is best knap als je beseft dat mijn klas (inclusief mijzelf) uit de acht slechtst Hongaars sprekende/begrijpende studenten van de hele universiteit bestaat. Wij zijn namelijk de 'absolute beginners' . Desondanks hebben we het dus voorelkaar gekregen om, op één groep na, alle andere groepen eruit te zingen.

De wedstrijd bestond uit 1 verplicht nummer voor alle groepen, en twee liedjes naar keuze. Eén daarvan was bij ons 'Egy cicia, két cica', het liedje wat ik had voorgedragen. Onze optredens zijn te zien op de filmpjes elders op dit blog. Ik ben echt super trots op mijn klasje en als beloning hebben we weer wijn en chokolade gekregen! Hongarije is niet goed voor mij ;).

Ik lijk gewoon té goed te zijn in de Hongaarse wedstrijdjes, haha. Nou, even jullie kennis testen aan de hand van een Hongaarse Fokke en Sukke: Wat moet het woord worden?

Het cadeautje uit mijn dromen,...

Is zondag naar mij toegekomen!

Afgelopen zaterdagnacht heb ik mijn laatste blog gepost waarin te lezen viel hoe zeer ik verlangde naar mijn ‘enige' dagje vrijaf. Dat dagje heb ik niet gekregen...

Op zondagochtend stond er ineens een verrassing voor mijn kamerdeur, hier in Debrecen: Bruno was overgekomen!!! Zonder dat ik ook maar van iets wist zijn er plannen gesmeed en hebben een hoop mensen bijgedragen aan het feit dat Bruno een paar dagen langs kon komen. Op die manier hoefde ik toch niet mijn 25ste verjaardag ‘in mijn uppie' te vieren. Dankjewel paps, mams (Skippy), Pieter (Bruno's werk) en Maarten (Bruno's vliegveldtransport)! Dit was het mooiste cadeau dat ik had kunnen wensen!

Nadat ik enigszins van de schrik bekomen was zijn we de stad in getrokken. Ik heb Bruno wat rondgeleid in ‘mijn' stad en we hebben uiteraard de klokkentoren beklommen om van het uitzicht te genieten. Ook zijn we naar het Déri Muzeum geweest. In mijn eentje voelde ik daar niet zoveel voor, maar zo met zijn tweeën is alles anders. Normaal gesproken schijnt er ook een speciale 'Munkácsy'-zaal te zijn, met daarin drie gigantische schilderijen van deze Hongaarse schilder. Maar aangezien Pécs (ook in Hongarije) dit jaar de culturele hoofdstad van Hongarije is, zijn de schilderijen even op kamers gegaan. Dikke pech voor ons dus. Óf weer een reden om nogmaals naar Hongarije (Debrecen/Pecs/...) terug te moeten. ;)

Omdat de tijd vliegt wanneer je het naar je zin hebt, was het alweer tijd om te gaan eten. 's Avonds zijn we naar het Aquaticum gegaan. Een groot indoor zwembad, nog het meest vergelijkbaar met het tikibad of tropicana. Veel glijbanen en (warm-)waterpret. Vanuit het Aquaticum kun je ook een thermaal gedeelte bezoeken. Helemaal top. 's Avonds laat zijn we nog bij Krudy's in het Nagy erdö gaan eten. Erg smakelijk, en vooral de kerstmuziek(!) maakte het af.

De reden dat we trouwens naar het indoor bad zijn gegaan had te maken met het weer. Sinds Bruno gearriveerd is, is het hier alleen nog maar koud (17 graden) en nat. Érg nat! Aangezien het vorige weer 35 graden was, is het voor mij nog al een omslag. Kortom: ondanks alle truien en lagen, heb ik het gewoon standaard koud. Als het goed is gaat het aan het einde van de week weer wat aantrekken. Ik hoop het, want dit is echt niks! Een ander bijkomstig probleem van dat het buitenzwembad gesloten is, is dat de enige plaats waar goede lángos te krijgen is, onbereikbaar is geworden. Sorry Bruno...

Op maandag begonnen uiteraard mijn lessen weer gewoon, dus had Bruno even wat tijd om bij te slapen (hij wel...). Na de lessen zijn we weer naar het thermaal bad gegaan. Heerlijk even helemaal niets! Toen was het tijd voor mijn laatste avondmaal als 24-jarige.

We zijn op de bonnefooi de stad in gegaan en zijn expres wat van het hoofdplein afgeweken. Uiteindelijk belandden we, na flink omlopen, bij ‘Barábás Étterem': een prachtig restaurant met geweldige bediening. Aangezien het al redelijk laat was, én maandagavond, hadden we het hele restaurant voor ons alleen. In plaats van in een grote ruimte gezet te worden met allemaal lege tafels om ons heen, kregen we een privékamer met een prachtig gedekte zespersoonstafel. Inclusief een privé ober en -kok natuurlijk. De maaltijd die we daar gegeten hebben was echt subliem en de fles met Peszgö (Hongaarse prosecco) maakte het helemaal af!

En toen was het eindelijk mijn 25ste verjaardag. Bedankt voor al jullie lieve berichtjes, heerlijk om ze te lezen (zowel op internet als op mijn telefoon). Het was voor het eerst in mijn leven dat ik op mijn eigen verjaardag naar school moest. Ik werd flink verrast! De juf had speciaal voor mijn verjaardag heerlijke chocolade muffins gebakken (voor het eerst in haar leven dat ze überhaupt muffins bakte) en verder had iedereen felicitaties op een kaart geschreven in de eigen moedertaal en werd er in het Hongaars voor mij gezongen. Tijdens de lunch bleek er nog een verrassing te zijn: voor het eerst sinds ik hier ben hadden ze lángos bij het eten! Dat moeten ze wel speciaal voor mijn verjaardag hebben gedaan ;) (en zo niet, dan toch, hihi). Het was wel de vetste, koudste, meest smakeloze en smerigste lángos ooit, maar dat maakte niet uit. Het was lángos, op mijn verjaardag!

Na de laatste lessen zijn Bruno en ik nog even de stad in geweest om te shoppen voor het verjaardagsfeest. Ik heb mijn verjaardagsfeest gecombineerd met de dansavond op de uni. Iedere dinsdagavond krijgen we Csárdáslessen en het leek mij erg gezellig om met al die dansende mensen een echt feestje te vieren. Dan is er tenminste een goede reden om voor te dansen. Kortom, er werd een tafel opgesteld (het werd binnen gehouden in verband met het weer) en daar kwamen flessen Peszgö, verschillende pogácsa's, etc op. Het was erg gezellig! Uiteraard ontbraken ook de feestmutjes en roltongen niet. Ook heeft de hele band nog speciaal voor mij een Hongaars verjaardagsliedje gezongen (zie filmpje), dat voelde echt heel bijzonder!

Nadat de danslessen afgelopen waren zijn we nog naar een kávézó (soort café) op de campus gegaan. Daar is er nogmaals voor mij gezongen en heb ik cadeautes van medestudenten gekregen: een tekening, een fles Tokaji (Hongaarse wijn), een lieve kaart en ‘last but not least' de Hongaarse dvd van Madagascar J (oftewel Madagaszkár). De reden dat ik juist die film gekregen heb, is omdat men vindt (lang verhaal, korte versie) dat ik nogal een 'Mort'hoofd weet te trekken..

Daarnaast wordt ook de zin 'just smile and wave boys, just smile and wave...'(ja... De pinguins) nogal veel gebruikt.

Kortom, ik ben goed verwend en echt jarig geweest. Nu thuis nog eens over doen!

Helaas was vanmorgen het sprookje voorbij. Mijn prins moest weer terug naar huis, oftewel: terug naar de realiteit. Ik vond het afscheid erg moeilijk, maar helaas kun je niets anders doen dan het accepteren. Inmiddels is het alweer woensdagmiddag en zal Bruno bijna thuis zijn. Mijn drukke programma gaat gewoon door, dus voor mij zal de tijd nog wel even blijven vliegen. En dan... na niet al te lang meer zal niet de tijd, maar ík gaan vliegen. Op naar huis! op naar mijn liefies!

p.s. voor iedereen die mij hier post wil sturen, dat kan. Zet het volgende op de envelop:

Hol Ingrid
Kossuth Lajos Kollégium 2:
Szobaszám 2115
Egyetem tér 1
Debrecen
4032
Hungary

Hogy repül az idö! (de tijd vliegt)

Het is alweer een week geleden dat ik hier aankwam, moederziel alleen, met enkel mijn handbagage, een vage routebeschrijving en een grote koffer. Inmiddels is er alweer een week voorbij gevlogen en voelt het enerzijds alsof ik hier pas gisteren aankwam en anderzijds alsof ik hier al mijn hele leven woon. Mijn hele besef van tijd is heengegaan, maar daar heb ik mooie herinneringen en natuurlijk een klein stukje nieuwe taal voor terug.

Inmiddels heb ik één week Hongaarse lessen achter de rug en voel ik me geweldig. Ik begin steeds meer dingen te begrijpen en ik kan zelfs al basaal converseren, al zal het grammaticaal niet perfect zijn. De getallen gaan zo goed als vloeiend, dus als er afgerekend moet worden geef ik niet meer per ongeluk het getal in tienvoud. Ook weet ik erg beleefd te bedanken en vaarwel te zeggen. Dat gecombineerd met puppyogen en een lieve glimlach werkt erg goed! Ben nog steeds benieuwd wat ik over drie weken zal kennen en kunnen!

Inmiddels heb ik het zwembad in het park ontdekt: een heerlijk terrein met 2 ‘gyogyfürdo's' (welnessbaden) en een groot wedstrijdbad. Verder zijn er voldoende ligweiden en eettenjes. Onder die eettentjes bevinden zich ook meerdere Lángos tentjes. Voor degenen die nog niet weten wat Lángos is: het is gefrituurd deeg, ingesmeerd met zout en knoflook. De meeste mensen doen daar vervolgens ook nog zure room en kaas op. Ik ga liever voor de ‘naturel'-versie (dus alleen zout en knoflook). Vanwege het gefrituurde deeg kan ik het nog het beste vergelijken met een oliebol, maar dan hartig in plaats van zoet. Voor mij is da Lángos alleen al een trip naar Hongarije waard. Er staan elders op dit blog foto's van de Lángos, en ik denk dat mijn gezicht boekdelen spreekt.

Donderdag en vrijdag heb ik heerlijk genoten in het zwembad. Alle studenten gaan naar het wedstrijdbad gedeelte, maar ik prefereer toch echt de kuurbaden met van nature warm (36graden), helend bronwater. Dat geeft mij ook mooi de gelegenheid om aan de drukte en sociale verplichtingen van alle dag te ontsnappen. Want ondanks dat het hier beregezellig is, vreet het tonnen aan energie. Ik ben hier in vijf talen tegelijk aan het praten (Engels, Duits, Hongaars, Nederlands en Frans) wat soms erg verwarrend kan zijn. Gisteren sprak ik in één zin zelfs vijf verschillende talen, ieder woord een andere... Het moet niet gekker worden. En het ergste is dat ik het zelf niet eens door heb! Ook merk ik dat 's nachts mijn dromen in meerdere talen gedroomd worden. Echt... Ik geloof dat ik langzaam aan gek begin te worden. Desondanks heb ik het nog steeds ontzettend naar mijn zin en geniet ik van iedere minuut!

Het eten op de campus begint met de dag slechter te worden (kan dat dan?), maar gelukkig leer ik inmiddels ook goede restaurantjes kennen waardoor ik aan eten geen gebrek heb.

Gisteren was er een ‘Bogroc parti' op de campus. Een Bogroc is het Hongaarse woord voor de pan die, hangend aan een driepoot boven het vuur, wordt gebruikt voor de Hongaarse cuisine. Dit maal werden we verrast met (hoe kan het ook anders) ‘Gulyásleves' (goelashsoep). Ondanks dat de soep lekker was had hij niets te maken met gulyásleves. Het was meer een groentebouillon met een snufje paprikapoeder. Wat wel erg lekker was, was de Rétes die ze erbij serveerden. Rétes kan ik het beste omschrijven als Hongaarse strudel. In dit geval was er alma rétes (apfelstrudel) en turos rétes (kwarkstrudel). Ik heb er van genoten!

Vandaag was weer de eerste dag zonder lessen. Desondanks heb ik niet stilgezeten. Er waren namelijk excursies georganiseerd. Ik ben naar Nádudvár en Baránd geweest. Dat zijn twee dorpen aan de rand van de poesta. We vertrokken om acht uur ‘s ochtends met de bus naar Nádudvár. Daar aangekomen kregen we van de gastvrouw huisgestookte pálinka aangeboden: het was net negen uur in de ochtend. Kwansuis vertelde ze er ook nog even bij dat hij een alcoholpercentage van 55 tot 60% had. Met een verbrande strot en een krampende maag kregen we een rondleiding door het ambachtshuis. Hier waren verschillende mensen rieten manden aan het maken en leer aan het bewerken. Na deze rondleiding, met uiteraard wat geschiedkundige feiten, kregen we huisgebakken lekkernijen en limonade. Op dat moment kwam mijn maag eindelijk tot rust. Daarna hebben we in Nádudvár een Hongaarse pottenbakkerij bezocht en het oude ambacht van dichtbij mogen meemaken. Helaas is het een uitstervend ambacht, maar men probeert, mede met hulp van de toeristenindustrie, deze ambacht te koesteren.

Vervolgens mochten we weer de bus in en werden we naar Baránd gebracht. Daar kregen we op een boerderij een heerlijke huisgemaakte gulyásleves (ik heb VIJF borden leeggeten...). Uiteraard ontbrak ook hier de pálinka niet, maar dit keer heb ik toch vriendelijk bedankt... Daarna gingen we per paard en wagen de stad door. Halverwege stopten we even bij een oud schoolgebouw waar tegenwoordig een Bábmuzéum (poppenmuseum) in gevestigd is. Hier hingen allemaal handgemaakt sprookjes marionetten die ook echt in voorstellingen (en op tv) gebruikt worden.

Nadat de koetstocht weer eindigde op het boederij was het tijd om het echte Hongaarse boerenleven uit te proberen. Oftewel: ik heb een geit gemolken (en ik heb talent;)), ik heb de melk (nog warm) gedronken (in tegenstelling tot koemelk wél lekker), heb paardgereden, pijl en boog geschoten én zelfs een zweep laten klappen! Degenen onder jullie die Mcleod's daughters hebben gekeken, weten het volgende: een zweep laten klappen is veel moeilijker dan je denkt. Het vergt enige controle om de juiste zwaai te maken en daarbij niemand (vooral jezelf) in het gezicht te slaan. Desondanks is het mij meerdere malen gelukt! Ook het pijl en boog schieten ging mij erg goed af (van de drie keer, drie keer in het midden) waardoor ik enkel maar kan concluderen dat ik geboren ben voor het leven op de poesta. Alle ambachten heb ik onder de knie, het eten kan ik klaarmaken en het weer is ideaal voor mij!

Wink

Afsluitend hebben we nog huisgemaakte lángos gegeten. Hier moet ik echter wel een opmerking bij plaatsen. Er zijn namelijk twee soorten Lángos: het gefrituurde type (top!!!) en de kenyér Lángos. Deze laatste wordt in ovens gebakken en heeft daardoor meer weg van een vage Amerikaanse pizza dan de ultieme Lángos. Helaas kregen we hier het laatste type. Lekker, maar niet ultiem J.

Vervolgens weer de bus in om te gaan eten in een andere plaats. Vergezeld door een live zigeunerband aten we van een grillbuffet. Dat was erg lekker! Na het eten kwam er nog een dansgroep verschillende csárdásdansen voor ons dansen en werden we vervolgens uitgedaagd mee te doen. Met de hele groep hebben we flink gedanst en lol gehad. Toen was het tijd om op huis aan te gaan. Moe maar tevreden kijk ik terug op weer een spannende dag. Toch kan ik niet wachten op morgen. Eindelijk even een hele dag niets!